Verschillende versnellingsbakken hebben steeds andere verhoudingen per versnelling. Sommige motoren maken minder toeren of juist weer meer toeren om de auto een bepaald vermogen te geven. Hoe dat vertaald naar de wielen wordt geregeld door heel veel tandwielen in een versnellingsbak en, als je er eentje hebt, een voor differentieel.
De relatie tussen de omwentelingen van de motor en die van de wielen wordt ook wel een overbrenging genoemd en deze is belangrijk. Dit bepaalt met welke toeren je motor bij een bepaalde snelheid draait. En dit heeft weer te maken met de levensduur van je hele aandrijflijn en hoe zuinig je auto is in het verbruik.
Als je een syncro hebt is het ook essentieel dat het voordiff en de versnellingsbak dezelfde overbrenging/verhouding heeft.
In mijn aandrijving is de verhouding 7:38, in zowel mijn versnellingsbak als in mijn vooras.
Een klein tandwiel (kroonwiel) dat loopt op een groot tandwiel (pinion). Je kan je voorstellen dat het kroonwiel veel vaker om zijn as draait dan het pinion.
Hier rechts zie je een voorbeeld waarbij een verhouding is van 20 staat tot 40 (20:40) dus je zou kunnen zeggen: 1:2.
A draait 2x in de tijd dat B maar 1x om zijn as draait. In mijn aandrijving wordt de as uit de versnellingsbak niet met een verhouding 1:2, maar met 7:38 naar de wielen doorgegeven.
Mijn kroonwiel draait dus 5,43x om zijn as als het pinion wiel 1x draait.
Je kunt de het kroonwiel goed zien zitten aan het begin van de bak. Dit is de motorkant van versnellingsbak, maar hij zit wel aan het eind van de tandwielen. Hieronder zie je het totaalplaatje.
Eerst komt de prise-as, de lange as links, vanuit de motor. Deze geeft via tandwielen de aandrijving door aan de as die vast zit aan het kroonwiel. Het kroonwiel voert het pinion wiel aan welke de aandrijving door geeft aan de wielen.
De as die van de motor komt heeft een bepaald toerental (afhankelijk van het toerental van de motor). De tandwielen langs de as en de as naar het kroonwiel zet deze omwentelingen om in iets wat doorgestuurd kan worden naar de wielen. Vandaar dat je met het vaste getal van 2.000 toeren van de motor verschillende snelheden kan rijden afhankelijk van welke versnelling (tandwiel in het bovenstaande foto) je in zit.
Dus als ik nog eens kijk naar de verhouding van mijn kroon/pinion wiel dan is dit 38/7 of 7:38. Mijn kleine tandwiel (kroonwiel) heeft 7 tanden en de grote er 38. Het kleine tandwiel draait dus (38/7 =) 5,42 maal als het grote tandwiel 1 maal draait. Dit grote tandwiel zit via via aan de wielen vast. Dus als de as in de versnellingsbak 5,42 maal draait, draaien de wielen 1 slag.
De snelheid van de as uit de versnellingsbak blijft gelijk op de voorwielen als de achterwielen. Vandaar dat voor en achter dezelfde verhouding moet gelden. Anders draaien de voorwielen meer omwentelingen of minder dan de achterwielen en gaan er dingen stuk.
Waarom doen we eigenlijk zo moeilijk? Waarom zouden we niet gewoon één verhouding gebruiken voor alle T3 busjes of zelfs voor alle auto’s die rond rijden. Het heeft te maken met de functie van je bus.
Wil je meer trekkracht dan snelheid omdat je zware aanhangers moet trekken? Dan heb je een andere tandwielenset nodig. En verder hebben alle motoren het eigen toerental waar ze zich lekker bij voelen. Diesels hoef je wat minder in de toeren te jagen om vooruit te komen, benzine motoren weer iets meer.
Een boxermotor kan weer wat beter tegen lage toerentallen dan een 4 cilinder in lijn zou kunnen. En bij bepaalde merken is het weer andersom. De versnellingsbak verhouding past zich aan naar de motor en wensen van de klant. Ik had in mijn oude bus de 1.6D ooit vervangen voor een 1.9D. Die laatste wilde minder toeren maken en ik paste de bak er voor aan.
Wil je een overzicht van alle verhoudingen van alle versnellingen, differentiëlen en versnellingsbakken? Ik heb het hier opgeschreven.
Meer gedetailleerde info? Check de bronnen: